Help! Ik ben anders dan mijn familie!

Over het niet voldoen aan de verwachtingen van je familie rondom reizen en trouwen


Stel, je bent opgegroeid in een gezin, familie of omgeving waar je je niet helemaal thuis voelt. Of in een omgeving waarin jouw overtuigingen niet passen. Wellicht heb je een strenge opvoeding gehad. Misschien heb je een culturele achtergrond die niet helemaal matcht met jouw kijk op het leven. Heb je het gevoel dat je niet jezelf mag zijn. Misschien kan je je niet vinden in het geloof dat je familie aanhangt of de gebruiken en tradities die aan je omgeving verbonden zijn. Hoe ga je daar mee om? Ga je mee met je omgeving of volg je je eigen pad? En hoe combineer je je eigen overtuigingen met de liefde of loyaliteit voor je familie? In de rubriek ‘Help! Ik ben anders dan mijn familie!’ spreken we een aantal jonge mensen die hier mee worstelen. Hoe pakken zij dit aan? En welke gevolgen heeft dit voor hun leven.

In deze eerste editie van ‘Help! Ik ben anders dan mijn familie!’ spreken we met Amina*. Amina is opgegroeid in een warm en hecht Marokkaans gezin van 10. Ondanks het fijne gezin waarin ze opgroeide merkte ze dat ze over sommige onderwerpen anders dacht dan haar familie. Bijvoorbeeld de wens om de wereld rond te reizen en een andere opvatting over trouwen, dan er vanuit haar familie en culturele achtergrond wordt verwacht. Hoe zij daar mee om is gegaan? Dat vertelt ze jullie graag!

*Om de privacy van de geïnterviewde te waarborgen hebben is de naam Amina een gefingeerde naam.

 

Amina, zou je meer kunnen vertellen over het gezin waar je uit komt?

“Ik kom uit een groot, traditioneel gezin van 10. Mijn vader is eerste generatie gastarbeider. We hadden het niet al te breed, maar kwamen tegelijkertijd ook niets te kort. Onze kleding was tweedehands of werd door m’n moeder gemaakt. We hadden nauwelijks speelgoed, maar we hadden wel veel buurtvriendjes waar we mee speelden. Daarnaast zorgde mijn vader financieel ook voor de familie in Marokko. In deze tijd had dat niet meer gekund.  We hoefden gelukkig nooit met een lege maag naar bed.”

 

“De voordeur stond letterlijk bij ons open. Buurtvriendjes konden in en uit lopen en ik ook bij hen. Ik ben een nakomelingetje en in vergelijking met mijn oudere broers en zussen, dus ook wat meer verwend.”

 

Hoe was jij als kind?

“Ik was een dromerige wijsneus. Ik haalde eigenlijk bijna nooit onvoldoendes. Ik kon het mezelf erg kwalijk nemen als ik dat wel deed. Dat dromerige heb ik overigens nog steeds. Ik vroeg me als kind altijd al veel af en stelde veel vragen. Ik observeerde ook veel en was (en ben denk ik nog steeds) erg sensitief. Laatst vond ik ook een gedichtje dat mijn juf in groep 8 over mij had geschreven. Dat had ze voor iedere leerling van haar gedaan. Ze noemde me ‘een lachebek met tekentalent, dat alleen maar vrolijkheid kent’. Ik was een vrolijk kind met een hoop gedachten.”

 

Mooi, wat je juf over je zei! Welke normen en waarden werden thuis belangrijk gevonden?

“Naast de ‘klassieke normen en waarden’ als respect tonen (vooral voor ouderen), vriendelijkheid, geduld hebben etcetera werd het ook belangrijk gevonden dat we niet tegen de verwachtingen van onze ouders ingingen.”

 

Op welke manier uitte dit zich?

“Een nee bleef een nee, ongeacht welke onderhandelingstechnieken je ook probeerde in te zetten. Gehoorzaamheid was voor mijn ouders altijd van groot belang. En dan was er ook nog het ‘rekening houden met anderen’. Wat in feite eigenlijk meer betrekking had op de sociale controle die er was. Het ‘wat zullen anderen van je denken’. Het braaf zijn in alle opzichten, zodat je anderen geen kans geeft om maar iets slechts over je te kunnen zeggen.”

 

Op welk moment merkte je dat je anders dacht dan je omgeving?

“Ik ben wat lichter uitgevallen dan mijn broers en zussen of de gemiddelde persoon met Marokkaanse roots. Qua uiterlijk viel ik dus wel op. Ik merkte dat ik ‘anders’ was, los van dat elk persoon uniek is, omdat het dus vaker werd benoemd.”

 

Op welke manier werd dit benoemd?

“Dat merkte ik omdat mensen letterlijk zeiden: ‘ja, maar jij bent anders’. Of door te vragen of ik van de melkboer was. Deze opmerkingen kwamen vanuit mensen van verschillende bevolkingsgroepen. Ik besef me nu opeens dat ik dit eigenlijk nog hoor tot op de dag van vandaag. Ik heb geprobeerd dan ook door te vragen wat dit ’anders’ dan is.”

 

En wat zeiden ze dan? Op de vraag waarom je anders bent?

“Omdat ik wat individualistischer ben ingesteld en soms andere prioriteiten in het leven stel ervaren mensen dat ik anders ben.”

 

Wat voor prioriteiten zijn dat bijvoorbeeld?

“Waarbij vriendinnen van mij als tiener droomden om te trouwen en kinderen te krijgen, droomde ik over reizen. En waarbij anderen droomden van veel geld verdienen, droomde ik vooral van iets te kunnen doen wat ik leuk vind.”

 

Hoe ben je daar mee omgegaan?

“Ik vond een maatje (met arabische roots) die er net zo over dacht en uit een soortgelijk milieu komt als ik. Met zweet in onze handen hebben we het vliegtuig gepakt richting Spanje. Dit durfden we niet te vertellen aan onze ouders.”

 

Heb je het uiteindelijk wel verteld?

“Voor onze eerste trip hebben we het niet durven te vertellen aan onze ouders, maar we wisten ook dat we het niet geheim konden houden als we meer zouden willen reizen. We moesten het opbiechten. Dat ging op zijn zachts gezegd niet zonder slag of stoot. We hadden elkaar en gelukkig heb ik ook zussen die het voor me opnamen. Na veel gedoe met mijn ouders werden korte tripjes in Europa uiteindelijk gedoogd. En de eerste trip beviel zo goed dat na Spanje nog vele andere plekken volgden. Tot het punt kwam dat ik naar Australië wilde gaan..”

 

Hoe reageerden je ouders hierop?
“Het leek wel alsof ik het ergst mogelijke aan mijn ouders had gevraagd wat ik ook maar had kunnen vragen. Mijn ouders begonnen meteen te bidden en vroegen zich af of ik geestelijk nog wel in orde was. Het was bijna alsof ik tegen mijn ouders had gezegd dat ik drugsdealer wilde worden. Ze maakten zich direct zoveel zorgen en dit uitte zich in boosheid en teleurstelling.”

 

Wat heb je uiteindelijk gedaan? Ben je toch naar Australië gevlogen?

“Ik ben meningen van anderen gaan verzamelen. Die liepen uiteindelijk ook zo uiteen, dus ik was er nog steeds niet over uit wat ik ging doen. Ik had al wel een ticket geboekt. Tot op de dag van de vlucht heb ik nog getwijfeld om niet te gaan. Ik dacht: ‘mijn moeder overleefd het wel, ik maak nu 1 keer een grote beslissing voor mezelf’. Uiteindelijk was dat de mooiste reis die ik tot nu toe heb gemaakt.”

Hoe denken je ouders nu over het reizen?

“Ze zijn er nog steeds niet blij mee, maar zien wel na al die reizen die ik al heb gemaakt dat het niet het einde van de wereld is. Inmiddels reis ik nu ook vaak samen met mijn man en dat geeft ze wellicht ook wat meer rust.”

 

Over je man gesproken, je vertelde dat je toen je jonger was niet per se droomde van trouwen. Het is dus wel gebeurd uiteindelijk?

“Op mijn 32e heb ik pas het ja-woord gegeven. Dat is laat in de ogen van mijn cultuur en mijn familie. Het was niet dat ik het niet wilde of niet durfde, maar het heeft uiteindelijk met timing te maken. Wachten tot ik het de moeite waard vond en ik er zelf klaar voor was, ondanks wat anderen zeggen en denken. Dat was overigens wel moeilijk voor mij, wat anderen daarvan vonden. Ik denk dat ik bewust of onbewust ermee ben opgegroeid dat trouwen een prestatie op zich is. En daar had ik best wel moeite mee”.

 

Wat bedoel je daar precies mee?
“In mijn ogen is het niet iets waar je je best voor dient te doen en het dan zal lonen. Je hoeft ook niet minder trots op jezelf te zijn als het niet lukt om iemand te vinden of om te trouwen. Ik ben dus ook niet gericht gaan zoeken. Het kunnen reizen was wel een bewust gekozen doel. Ik begon steeds meer kriebels te voelen om te kunnen ontdekken hoe de aarde aan de andere kant eruit zag.”

 

Je hebt dus op meerdere onderwerpen ondervonden dat jouw ideeën en opvattingen anders waren dan die van je familie en cultuur. Je hebt hier uiteindelijk keuzes in gemaakt die het dichtst bij jou liggen. Hoe gaat het nu? Is dat iets meer vanzelfsprekend geworden?

“Ik heb meer geleerd om te durven vertrouwen op mijn gevoel. En dat je soms best een keuze mag maken puur voor jezelf, omdat je er zelf denkt beter van te worden. Natuurlijk kan iets verkeerd uitpakken, maar een ongeluk zit ook in een klein hoekje. Ik wil heel graag het juiste kunnen doen en kon het mezelf dan ook lang kwalijk nemen als iets niet ging zoals ik verwachtte. Uiteindelijk heb ik ook geleerd dat achteraf gezien, zoiets als ‘de juiste keuze maken’ eigenlijk niet bestaat. Je weet nooit wat er voor in de plaats was gekomen als je iets niet gedaan zou hebben.”

 

Wat voor advies zou je anderen willen geven die in een zelfde soort situatie zitten?

“Wees niet te streng voor jezelf. Als je naar een (schattige) kinderfoto van jezelf kijkt. Welk advies zou je dat meisje of jongetje geven. Zou je streng zijn of naar doen tegen de kleine jij?

Je kan alleen juist handelen op het moment zelf. Of het uiteindelijk het juiste is, daar kom je op dat moment niet achter, omdat niemand weet wat de toekomst brengt. Vertrouw erop dat het goed komt. Voor mij, als gelovig persoon, geloof ik erin dat handelen met de juiste intentie belangrijk is. Goed zijn voor jezelf, voor je medemens en je omgeving, dat is wat telt. Doe de ander niet bewust kwaad. Doe je best op je eigen manier en wanneer je echt een droom hebt; weet dat je ook volledig voor jezelf mag kiezen.”